© Foto's: Stan De Jong

Naam: Neoheterandria elegans.

Wetenschappelijke naam: Neoheterandria elegans.

Synoniemen:

Oorsprong: Rio Truando, een zijrivier van de Rio Atrato in Colombia.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes hebben een tot gonopodium (geslachtsorgaan) omgevormde vin onderaan de buik en het mannetje is kleiner dan het vrouwtje.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 9 tot 20.

Licht: Normaal.

Beplanting: Dichte beplanting met wat drijfplanten maar zorg ook voor open zwemruimte.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat stukken (kien)hout, stenen of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 

Lengte: Vrouwtje 2,5 cm, mannetje 2 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en vooral klein levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Vreedzaam, de vrouwtjes kunnen echter agressief gedrag vertonen. Er dienen dus voldoende schuilplaatsen aanwezig te zijn, bijvoorbeeld door dichte beplanting.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Draagtijd: Ongeveer 30 dagen.

Bijzonderheden: Deze visjes houden van wat zachter water en hebben geregeld klein levend voer nodig anders overleven ze niet lang. Men dient er rekening mee te houden dat dit kleine visje ook een klein bekje heeft, dus het gegeven voer moet erg klein zijn.

Kweekinfo: Het kweken met dit visje is makkelijk.

 

Het zijn levendbarende vissen die dus geen eitjes leggen maar gelijk levende jongen krijgen, zogenaamde eierlevendbarende vissen. Na de geboorte kunnen de jongen gelijk voor zichzelf zorgen.

De voortplanting van deze soort is afwijkend van de meeste levendbarende tandkarpers, waarbij de jongen in één worp worden geboren. Dit proces is bekend als 'superfoetatie', wat inhoudt, dat de jongen in verschillende ontwikkelingsstadia in het lichaam van het vrouwtje zitten en niet allemaal op hetzelfde moment worden geboren. Deze wijze van voortplanten wordt bij nog een aantal andere soorten aangetroffen uit het genus Poeciliopsis, namelijk Poecilia elongata en Micropoecilia branneri en ook bij het dwergtandkarpertje Heterandria formosa.


Bij vissen die superfoetatie hebben, vindt er een grote uitwisseling van voedingsstoffen tussen de moeder en de jongen plaats.

De draagtijd is ongeveer 30 dagen. De jongeren worden geboren in groepjes van 2 tot 4 en gespreid over meerdere dagen. 
De jongen zijn bij de geboorte slechts 2-3 mm.  De eerste dagen eten ze alleen maar infusoria, nadien micro-wormpjes, artemia  en azijnaaltjes. 
Ze groeien echter snel en zijn na 3 maanden al geslachtsrijp.