© Foto: Karim Bouwmans

© Foto:  Jonas Schauvliege

Naam: Vuurkeelcichlide.

Wetenschappelijke naam: Thorichthys meeki.

Synoniemen: Thorichthys helleri meeki, Cichlasoma meeki, Herichthys meeki, Cichlasoma hyorhynchum.

Oorsprong: Mexico, Guatemala en Belize.

Biotoop: Midden-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: De mannetjes worden groter, zo'n 17 centimeter, waar de vrouwtjes een lengte bereiken van zo'n 13 centimeter. De vrouwtjes hebben verder meer kleur op hun vinnen en een rondere buikpartij. Het einde van de rugvin van de mannetjes loopt spits toe en is bij de vrouwtjes rond.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 5 tot 10.

Licht: Matig.

Beplanting: Gebruik stevige planten want vooral tijdens de paring woelen ze alles om. Drijfplanten om het licht te dimmen worden ook op prijs gesteld.

Bodembedekking: Gebruik zand of (afgerond) fijn grind. Verder veel stukken hout, takken en stenen mogen ook niet ontbreken.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: 12 tot 20 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 150 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Per paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 3 dagen.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Het kweken met de Vuurkeelcichlide is vrij eenvoudig.

 

Men kan zien dat zich een koppel heeft gevormd als ze een territorium gaan vormen en alle andere vissen daaruit verjagen. Daarna gaan ze op zoek naar een geschikte steen (zorg dus dat er stenen aanwezig zijn) die eerst grondig zal worden schoongepoetst. Na het schoonmaken van de steen zal het vrouwtje tussen de 100 en 500 eitjes afzetten die direct daarna door het mannetje worden bevrucht.

 

Na ongeveer 3 dagen komen de eitjes uit en nog eens 3 dagen later gaan de jongen zwemmen. Dan kan worden gevoerd met stofvoer en Artemia. De ouders graven kuilen waar de jongen 7 tot 8 dagen in onder gebracht worden. Daarna gaan de jongen samen met de ouders het aquarium verkennen. De jongen zijn heel gevoelig voor veranderingen in de watersamenstelling, probeer dat dus te voorkomen tot ze ongeveer 6 centimeter groot zijn.